Inleiding

Inleiding

De begroting 2020 en de meerjarenraming 2021-2023 geeft u een overzicht van de plannen en de financiën van de gemeente. We verwachten dat onze financiën in de jaren 2020 tot en met 2023 in de plus uitkomen. Onze begroting vraagt een voorzichtige houding. Om deze positieve resultaten te bereiken, is namelijk een forse kostenverlaging (taakstelling) nodig in het sociaal domein. De uitgaven moeten we binnen de beschikbare budgetten brengen. Daarnaast zien we andere grote opgaven, zoals investeringen in onderwijs, en onzekerheden waar wij de komende jaren rekening mee moeten houden. Het is noodzakelijk om bewust te zijn van deze financiële situatie bij alle uitgaven en keuzes.

Financiële positie
Na de verwerking van de mutaties in de begroting 2020 sluiten we het meerjarenperspectief af met onderstaande saldi.

Omschrijving (bedragen *€ 1.000, - = nadeel)

2020

2021

2022

2023

Stand begrotingssaldo 5e begrotingswijziging 2019

2.872

2.910

3.709

4.544

6e tot en met de 10e wijziging

-2.551

-3.402

-4.108

-3.753

Stand begroting 2020 na stand 10e begrotingswijziging 2019 = Beginstand

321

-492

-399

791

Mutaties Begroting 2020

449

683

877

939

Voorlopig begrotingssaldo

770

191

478

1.730

Toevoeging aan begrotingsresultaat

-770

-191

-478

-1.730

Totaal Begroting

0

0

0

0

Gezien de financiële situatie moeten wij een afweging maken bij alle uitgaven en keuzesdie wij maken. Daarom voegen wij het voorlopig begrotingssaldo toe aan het begrotingsresultaat. Dit begrotingsresultaat willen wij reserveren voor de grote opgaven waar wij de komende jaren een afweging over moeten maken. Denk hierbij aan investeringen in onderwijs en de taakstelling sociaal domein en onvermijdelijke uitgaven of aanpassingen, zoals uitkomsten van de septembercirculaire 2019 Gemeentefonds. Deze voorstellen leggen wij ter besluitvorming aan de Raad voor.

Taakstelling sociaal domein
In bovenstaande cijfers zijn de tekorten van het Sociaal domein opgenomen. Het uitgangspunt hiervoor is dat wij de tekorten indien mogelijk dekken vanuit de reserve Sociaal domein. Het tekort voor 2020 kunnen we nog volledig dekken vanuit de reserve en in 2021 gedeeltelijk. Voor het resterende tekort nemen we een taakstelling op. Dit betekent dat we moeten bezuinigen op de uitgaven voor het Sociaal domein.

2020

2021

2022

2023

Tekort sociaal domein

-2.588

-2.126

-2.706

-2.069

Uitname reserve Sociaal Domein

2.588

1.165

Taakstelling Sociaal domein

0

961

2.706

2.069

Tekort sociaal domein

0

0

0

0

Voorstellen kostenbeperking in integraal beleidsplan sociaal domein
Het Sociaal domein is een complex beleidsveld met diverse financieringen. We werken daarom aan een integraal beleidsplan voor het Sociaal domein. In een apart voorstel nemen we beleidsmatige voorstellen op om onder andere door middel van transformatie de kosten te beperken (planning raad november 2019). Uitgangspunt blijft dat inwoners die ondersteuning nodig hebben, dat ook krijgen. De uitwerking van deze voorstellen heeft vooral zijn effect in 2020 en latere jaren. In de tussentijd onderzoeken wij wat er vooruitlopend op het nieuwe beleid al mogelijk is aan besparingen uitgaande van het huidige beleid. Het gaat hier onder meer om het inzetten op meer integrale dienstverlening, preventie en het verbeteren van kwaliteit, processen en diensten in het Sociaal domein.

Zware opdracht

Ons uitgangspunt blijft dat wij het Sociaal domein budgetneutraal organiseren. Het Sociaal domein zien wij als één geheel, geen schotten tussen de verschillende onderdelen. Wij beseffen heel goed dat deze taakstelling een omvangrijke en zware opdracht is. De haalbaarheid of we deze taakstelling kunnen realiseren, is afhankelijk van de maatregelen die wij, en de organisaties die de taken voor ons uitvoeren, kunnen nemen. Ook blijven wij inzetten op hogere bijdragen van het Rijk, maar we kunnen daar in onze begroting niet op vooruitlopen. De taakstelling hebben wij verwerkt in de begroting 2020 vanaf jaarschijf 2021.

Belangrijke ontwikkelingen die niet financieel in de begroting zijn opgenomen
Wij zien voor 2020 nog nieuwe ontwikkelingen op ons afkomen waar wij nog geen rekening mee hebben gehouden in deze begroting. Deze ontwikkelingen worden hieronder nader toegelicht.

aan-z
We hebben de concept begroting van aan-z ontvangen die wij nog moeten verwerken in deze begroting. Een hogere bijdrage van de gemeente aan aan-z leidt tot een hoger tekort in het Sociaal domein. Hierdoor wordt de taakstelling op het sociaal domein groter. De opgave die er voor ons ligt is om verdere invulling aan de taakstelling te geven. De begroting van aan-z wordt behandeld in de raadsvergadering van november gelijktijdig met de behandeling van deze begroting.

Jeugd
Op basis van de monitor van de inkooporganisatie jeugd zien wij stijgende uitgaven voor 2019. Wij gaan deze informatie verder uitwerken en kijken welke effecten dit heeft voor 2020. In de brief “Bijstelling financieel perspectief a.g.v. Meicirculaire 2019 en oplopende tekorten in het Sociaal domein” hebben wij gemeld dat er in de meicirculaire 2018 extra middelen zitten voor de jaren 2019 tot en met 2021. Deze middelen zijn niet structureel. De toezichthouder heeft aangegeven dat we deze incidentele middelen ook voor de jaren 2022 en 2023 mogen doortrekken. Van het Rijk is er geen formele toekenning dat deze middelen voor 2022 en 2023 beschikbaar worden gesteld. Wij hebben deze middelen voor 2022 en 2023 niet opgenomen omdat dit een vertekend beeld geeft van de actuele financiële positie en de opgave waar wij voor staan.

Onderwijshuisvesting
In maart 2018 stemde de gemeenteraad in met het onderzoeken van huisvestingsvraagstukken in het primair onderwijs. Het gaat om de Rivierenbuurt in Terneuzen, Hoek, Westdorpe (nog op te starten) en leerlingstromen Othene in Terneuzen. Sinds mei 2018 is hiervoor een werkgroep onderwijshuisvesting actief met vertegenwoordigers van Probaz, Perspecto en gemeente. Wij hebben besloten dat wij deze onderzoeken integreren in een op te stellen Integraal Huisvestingsplan (IHP). In dit IHP kunnen de huisvestingopgaven van zowel primair als voortgezet onderwijs breed inzichtelijk worden.

Wij verwachten dat de raad dit IHP kan behandelen in de raadsvergadering van juli 2020. Dit betekent dat wij voor die tijd geen apart besluit voorleggen over de onderwijshuisvesting in de Rivierenbuurt of over andere locaties. De keuze om de vier onderzoeken te integreren in een IHP heeft meerdere redenen. Investeringen in onderwijshuisvesting zijn altijd omvangrijk en er spelen op de langere termijn meerdere vraagstukken (zowel primair als voortgezet onderwijs) in onze gemeente. Zeker gezien ons huidige negatieve financiële perspectief vanaf 2021, is een zorgvuldige en integrale afweging van alle gemeentelijke uitgaven noodzakelijk. Daarbij komt dat het opstellen van een Integraal Huisvestingsplan – waarin de vooruitzichten voor de langere termijn worden opgenomen – verplicht wordt voor gemeenten. Wij willen dat plan graag nu al benutten, zodat wij weloverwogen keuzes kunnen maken aan de hand van een totaalbeeld met prioriteiten en kosten.

Bandbreedte
Vooruitlopend op de investeringen, hanteren wij voorlopig voor uitgaven aan onderwijshuisvesting een bandbreedte tussen de € 42 en € 60 miljoen. Om een globaal inzicht te geven in de te verwachten kapitaallasten zijn wij uitgegaan van het gemiddelde van de bandbreedte (€ 51 miljoen). De verwachte structurele kapitaallasten op basis van de ingeschatte € 51 miljoen in de jaren na 2023 bedragen jaarlijks € 3,4 miljoen. De bedragen zijn niet opgenomen in deze begroting omdat wij onvoldoende onderbouwing hebben voor een reële inschatting. Eerst zijn hiervoor de onderzoeksresultaten nodig.

Stadsboerderij
Het gebied rondom de kinderboerderij willen we ontwikkelen tot een maatschappelijke voorziening. De Raad heeft ingestemd met een onderzoek naar de mogelijkheden om deze publiek-private samenwerking vorm te geven en de haalbaarheid. In de begroting zijn voor de uitvoering geen financiële middelen opgenomen. Wij willen eerst het onderzoek afronden.

Energieklasse gemeentelijke gebouwen
In het kader van de verduurzaming van gebouwen moeten kantoren vanaf 2023 dusdanig duurzaam zijn uitgevoerd dat ze op dat moment beschikken over energielabel C en in 2025 over energielabel A. Wij laten hiervoor onderzoek doen en adviezen uitwerken. Uit deze maatwerkadviezen volgen mogelijke (bouw)technische aanpassingen van de in aanmerking komende objecten. Het wordt niet uitgesloten dat de kosten hiervan flink kunnen oplopen. Medio 2020 worden de uitkomsten van het onderzoek verwacht en gaan wij de Raad hierover informeren.

Septembercirculaire 2019 Gemeentefonds
De begroting 2020 is gebaseerd op de Meicirculaire 2019 Gemeentefonds omdat de Septembercirculaire 2019 hiervoor nog niet beschikbaar is. Nadat de septembercirculaire ontvangen is, informeren wij de gemeenteraad met een raadsinformatiebrief. Hierin actualiseren wij tevens de financiële positie. Dit doen wij nog voor de behandeling van de begroting 2020 in de raadsvergadering van 7 november. De financiële gevolgen van de septembercirculaire verwerken wij vervolgens in de 1e begrotingswijziging 2020.