Samenvatting
Ambities tot uiting
De gemeente Terneuzen heeft ambitieuze doelen. Deze hebben wij eerder verwoord in het coalitieakkoord ‘Sterk, betrokken en vitaal’ en de Perspectievennota. De ambities komen nadrukkelijk tot uiting in deze begroting.
Belangrijkste thema's
De begroting bevat alle uitgaven over de gehele breedte van de gemeentelijke beleidsvelden. Daarbij gaat het vaak om al eerder geraamde kosten en opbrengsten, maar ook om investeringen en nieuwe uitgaven. De belangrijkste thema's in de begroting zijn:
- Arbeidsmigranten/wonen/arbeidsmarkt
Arbeidsmigranten zijn voor onze economische ontwikkeling onmisbaar. Wij vinden het belangrijk dat arbeidsmigranten in onze gemeente goed kunnen wonen en integreren. Samen met bedrijven pakken wij dit thema op. We zetten in op zowel oplossingen voor de korte als voor de lange termijn.
- Omgevingswet
We investeren als organisatie om optimaal uitvoering te kunnen geven aan de veranderingen door de nieuwe Omgevingswet.
- Van afval naar grondstof
We maken ons met nieuwe inzamelmethodes en campagnes sterk voor het op de juiste manier inzamelen van waardevolle afvalstoffen. Op die manier werken we mee aan een duurzame samenleving met zo weinig mogelijk restafval.
- Duurzaamheid
We werken als gemeente hard aan de ambitieuze doelstellingen voor duurzaamheid en klimaatadaptatie. We stimuleren initiatieven voor energiebesparing en investeren in diverse projecten.
- Sociaal domein
Iedereen moet mee kunnen doen in onze gemeente. We werken vanuit het (integrale) beleidsplan sociaal domein. Het geld dat wij hiervoor ontvangen van het Rijk zetten we één-op-één in ten gunste van het sociaal domein. Door verdere uitwerking van de monitor Sociaal domein willen we meer grip krijgen op de uitgaven in het Sociaal domein.
- Verknopen en verkopen
We werken volgens de werkwijze ‘verknopen en verkopen’ verder aan een krachtig stadscentrum voor Terneuzen. Herbestemming en functieverandering zal nodig zijn vanwege de vermindering van een deel van het winkeloppervlakte. We zetten daarom onder andere in op het instrument ‘stedelijke herverkaveling’.
- Axelsedam inclusief Beurtvaartkade
Wij willen investeren in het gebied van de Axelse dam, zodat dit de aantrekkelijke schakel wordt tussen de oude en de nieuwe stad. De herinrichting van de Beurtvaartkade betrekken we hier ook bij.
- Onderwijshuisvesting
Goede onderwijshuisvestingheeft voor ons prioriteit. Wij hebben besloten dat wij de opbrengst van de vijf lopende onderzoeken (Westdorpe, Rivierenbuurt, Hoek, Leerlingenstromen Terneuzen/Othene, voortgezet onderwijs) opnemen in het op te stellen Integraal Huisvestingsplan (IHP). Wij verwachten dat de raad dit kan behandelen in de raad van juli 2020.
- Onderwijsachterstandenbeleid
We ontvangen vanaf 2019 extra geld voor onderwijsachterstandenbeleid. Met ingang van 2020 krijgen peuters met een risico op onderwijsachterstanden 16 uur peuterspeelzaalwerk/VVE
aangeboden. Voor de besteding van de resterende middelen stellen wij samen met onze samenwerkingspartners een plan op.
Financiële positie - Meerjarenperspectief
De gemeenteraad legde de volgende (beleids-)uitgangspunten voor het opstellen van de Begroting 2020 vast in de Perspectievennota 2020-2023:
Nr. | Onderdeel | Uitgangspunten | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Inwoners | Stabiel | 54.589 | 54.589 | 54.589 | 54.589 |
2 | Woningen, incl recreatiewoningen | constant | 26.952 | 26.952 | 26.952 | 26.952 |
3 | Salarissen/sociale lasten | CAO | 3,2% | 2,7% | 3,2% | 3,2% |
4 | Prijsstijging | variabel | 0% | 0% | 0% | 0% |
5 | Rente investeringsprogramma 2020-2023 | Renteomslag-percentage | 3,0% | 3,0% | 3,0% | 3,0% |
6 | Belastingen en rechten | CPI | 1,0% | 1,0% | 1,0% | 1,0% |
7 | Sportaccommodaties | CPI | 1,0% | 1,0% | 1,0% | 1,0% |
8 | VZG-norm gemeenschappelijke regelingen | 2,5% | n.n.b. | n.n.b. | n.n.b. | |
9 | Onderuitputting kapitaallasten | zie toelichting | ||||
De percentages in tabel betreffen cumulatieve percentages met uitzondering van onderdeel 5 rente investeringsprogramma. | ||||||
n.n.b. De VZG-norm voor de jaren 2021 tot en met 2023 is nog niet bekend. |
De VZG-richtlijn voor 2020 is 2,5%. Het uitgangspunt is dat de gemeenschappelijke regelingen moeten voldoen aan de VZG-richtlijn voor de begroting 2020. Voor de jaren na 2020 is er nog geen VZG-richtlijn bekend.
In onderstaande tabel geven wij het verloop van de financiële ontwikkelingen weer ten opzichte van de 5e begrotingswijziging 2019. Aansluitend lichten wij dit toe.
Omschrijving (bedragen *€ 1.000, - = nadeel) | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|
Stand begrotingssaldo 5e begrotingswijziging 2019 | 2.872 | 2.910 | 3.709 | 4.544 |
6e tot en met de 10e wijziging | -2.551 | -3.402 | -4.108 | -3.753 |
Stand begroting 2020 na stand 10e begrotingswijziging 2019 = Beginstand | 321 | -492 | -399 | 791 |
Mutaties Begroting 2020: | ||||
Rente voordeel | 375 | 375 | 375 | 375 |
Salarissen | 88 | 78 | 102 | 102 |
Minder toerekening salarissen aan investeringen | -234 | -234 | -234 | -234 |
Actualisatie kapitaallasten | -34 | 288 | 437 | 489 |
Actualisatie belastingopbrengsten | 449 | 312 | 312 | 312 |
Overige mutaties | -195 | -136 | -115 | -105 |
Onderwijshuisvesting | PM | PM | PM | PM |
Totaal mutaties Begroting 2020 | 449 | 683 | 877 | 939 |
Voorlopig begrotingssaldo | 770 | 191 | 478 | 1.730 |
Toevoeging aan begrotingsresultaat | -770 | -191 | -478 | -1.730 |
Totaal Begroting | 0 | 0 | 0 | 0 |
Komende jaren verwachten wij een positief begrotingssaldo. Deze bedragen staan vermeld achter de regel voorlopig begrotingssaldo. Gezien de uitdagingen de komende jaren, voegen wij deze bedragen toe aan het begrotingsresultaat.
Het meerjarenperspectief dat wij nu kunnen bieden, is tot stand gekomen na diverse stappen. Eerst actualiseerden wij in de Perspectievennota 2020-2023 de financiële positie. In de brief aan de gemeenteraad van 17 juni 2019 verwerkten wij vervolgens de Meicirculaire 2019 Gemeentefonds. Als gevolg van de 10e begrotingswijziging 2019 actualiseerden wij de financiële positie nogmaals.
Toelichting ontwikkelingen:
Rentevoordeel
Jaarlijks bekijken we de raming van de rente opnieuw. We maken hierbij een inschatting op basis van de liquiditeitenplanning, maar ook op basis van het investeringsprogramma. In de praktijk blijkt dat de investeringen achterlopen. Dit is te zien aan de restantkredieten op het eind van het jaar. De rente voor het investeringsprogramma ramen we dus wel, maar, als de uitvoering van het investeringsprogramma achterloopt, hebben we de hiervoor geraamde rente over. Bij de berekening van de onderuitputting van de kapitaallasten op basis van de uitkomsten van de jaarrekening bij de 1e bestuursrapportage komt dit tot uiting. Dit leverde de laatste jaren een behoorlijk voordeel op bij de tussentijdse rapportage. We volgen de renteontwikkelingen nauwgezet, maar het is lastig om een lange tijd vooruit te kijken. Als de rente sterk oploopt en we moeten een langlopende geldlening aantrekken, dan hebben we gelijk hogere rentelasten. Daarom hebben we altijd een buffer in onze raming op de rentelasten. Omdat de afgelopen jaren de schuldpositie is verbeterd, hebben we minder rentelasten en de prognose van de rente is stabiel laag. Hierdoor kunnen wij de raming vanaf 2020 structureel verlagen.
Salarissen
De salarissen voor het begrotingsjaar 2020 zijn geactualiseerd. Wij hebben hogere lasten door gestegen pensioenpremies en periodieken. Bij de jaarrekening hebben wij in overeenstemming met de accountant een voorziening gevormd voor wachtgeld aan gewezen wethouders. Deze lasten waren eerder geraamd als exploitatiekosten en zijn door het vormen van de voorziening niet meer benodigd.
Minder toerekening salarissen aan investeringen
In de geactualiseerde ramingen van de urentoerekening aan investeringen, worden minder uren toegerekend. Dit geeft een nadeel op de exploitatie.
Actualisatie kapitaallasten
Bij de Perspectievennota 2020-2023 hebben wij de kapitaallasten geactualiseerd. Ten opzichte van deze actualisatie moeten we de kapitaallasten bijstellen. Met ingang van de begroting 2020 kijken wij naar de jaren wanneer de uitgaven daadwerkelijk plaats gaan vinden. Dit geeft een positief effect op kapitaallasten van de investeringen waarvan de bestedingen later plaatsvinden. In het verleden raamden wij de volledige kapitaallasten van alle lopende en nieuwe investeringen. In werkelijkheid zijn niet alle investeringen in het begin van het begrotingsjaar gerealiseerd wat leidt tot een voordeel op de kapitaallasten.
Actualisatie belastingopbrengsten
Door actualisatie van de heffingsgrondslag door Sabewa Zeeland zijn er geringe toenames voor de onroerende zaak belasting (€ 201.000) en rioolheffing (€ 111.000). Bij de jaarrekening 2018 voegden wij € 88.000 toe aan de voorziening riolering. Deze voorziening werd gevormd doordat wij lagere kapitaallasten hadden dan vooraf was geprognosticeerd. De lagere kapitaallasten waren het gevolg van nog niet uitgevoerde water- en rioleringsinvesteringen in 2018. In 2020 valt deze voorziening vrij om de kapitaallasten van de uitgestelde investeringen te dekken. De lijkbezorgingsrechten gebruiken wij als dekking van de kosten van de gemeentelijke begraafplaatsen. Wij hanteren het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid. De tarieven voor de lijkbezorgingsrechten wijzigen wij in 2020 niet. Hiervoor laten wij € 49.000 uit de voorziening begraafrechten vrijvallen. Dit geeft een voordeel op de exploitatie.
Overige mutaties inclusief afronding
Overige mutaties inclusief afronding betreffen bijstellingen van diverse ramingen onder de lasten en baten. Dit resulteert per saldo in een nadeel voor 2020 van € 195.000. Hierin zitten als structurele lasten onder andere hogere onderhoudskosten fontein Markt Terneuzen, aankoop plantmateriaal en inrichtingskosten e-laadpalen. Als incidentele kosten hebben wij de aanschaf voertuigvolgsysteem en het creëren van flex-/stiltewerkplekken.
De Provincie Zeeland heeft in het nieuwe Gemeenschappelijk Toezichtkader (GTK) voorschriften gegeven voor het in beeld brengen van het al dan niet structureel in evenwicht zijn van de begroting. Onderstaand geven wij dit inzicht.
(Prognose) baten en lasten | Realisatie | Begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Lasten | 150.674 | 163.177 | 161.640 | 159.709 | 159.129 | 160.468 |
Baten | 154.365 | 157.684 | 160.646 | 158.396 | 159.155 | 161.746 |
Saldo van baten en lasten | 3.691 | -5.493 | -994 | -1.313 | 26 | 1.278 |
Toevoegingen aan reserves | 5.518 | 1.360 | 1.485 | 716 | 0 | 0 |
Onttrekkingen aan reserves | 5.983 | 7.539 | 3.249 | 2.220 | 452 | 452 |
Mutatie reserves | 465 | 6.179 | 1.764 | 1.504 | 452 | 452 |
Resultaat | 4.156 | 686 | 770 | 191 | 478 | 1.730 |
Incidentele lasten | 4.475 | 3.608 | 3.385 | 1.095 | 811 | 171 |
Incidentele baten | 3.642 | 1.140 | 3.594 | 581 | 0 | 0 |
Saldo incidentele baten en lasten | -833 | -2.468 | 209 | -514 | -811 | -171 |
Toevoegingen aan reserves incidenteel | 710 | 1.360 | 1.485 | 716 | 0 | 0 |
Onttrekkingen aan reserves incidenteel | 2.082 | 7.539 | 3.117 | 1.661 | 45 | 45 |
Mutaties reserves incidenteel | 1.372 | 6.179 | 1.632 | 945 | 45 | 45 |
Resultaat incidenteel | 539 | 3.711 | 1.841 | 431 | -766 | -126 |
Structureel resultaat | 3.617 | -3.025 | -1.071 | -240 | 1.244 | 1.856 |
Zoals bovenstaand is af te lezen zijn de gewijzigde begroting 2019 en de begrotingen 2020 en 2021 niet structureel sluitend. In de jaren 2022 en 2023 zijn deze dat wel. Voor deze laatste twee jaren vermelden wij volledigheidshalve dat in deze jaren taakstellingen in het Sociaal domein zijn opgenomen oplopend tot € 2,5 miljoen. Naar verwachting lopen deze nog verder op door de begrotingswijziging 2019 en begroting 2020 van aan-z en de nog hogere lasten voor de jeugdhulp via de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland. Voorwaarde voor de bovenstaande situatie 2022/2023 is dat wij de taakstellingen kunnen invullen/realiseren.
Geprognosticeerde balans
Onderstaand geven wij de geprognosticeerde balans 2019-2023. Tevens is ter vergelijking de werkelijke balans 2018 opgenomen. De geprognosticeerde balans is tevens de basis voor de berekening van de financiële kengetallen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Bij deze paragraaf lichten wij het verloop van de financiële kengetallen toe.
(Prognose) meerjarenbalans | Realisatie | Begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Activa | ||||||
Immateriële vaste activa | 875 | 1.025 | 1.311 | 1.179 | 1.047 | 915 |
Materiële vaste activa | 197.095 | 202.899 | 212.383 | 216.280 | 215.212 | 214.302 |
Financiële vaste activa | 1.625 | 1.571 | 1.517 | 1.463 | 1.412 | 1.361 |
Totaal vaste activa | 199.595 | 205.495 | 215.211 | 218.922 | 217.671 | 216.578 |
Voorraden | 11.132 | 11.069 | 8.993 | 6.957 | 4.587 | 2.217 |
Uitzettingen | 10.471 | 9.844 | 8.583 | 7.622 | 6.661 | 5.700 |
Liquide middelen | 13 | 699 | -2.301 | -2.301 | -2.301 | -2.301 |
Overlopende activa | 9.638 | 9.087 | 7.087 | 7.087 | 7.087 | 7.087 |
Totaal vlottende activa | 31.254 | 30.699 | 22.362 | 19.365 | 16.034 | 12.703 |
Totaal activa | 230.849 | 236.194 | 237.573 | 238.287 | 233.705 | 229.281 |
Passiva | ||||||
Reserves | 43.567 | 41.543 | 40.465 | 39.731 | 39.470 | 39.496 |
Resultaat boekjaar | 4.155 | 686 | 770 | 191 | 478 | 1.730 |
Voorzieningen | 8.594 | 11.629 | 12.169 | 13.150 | 13.101 | 13.054 |
Vaste schuld | 151.225 | 153.428 | 160.049 | 149.470 | 161.458 | 153.446 |
Totaal vaste passiva | 207.541 | 207.286 | 213.453 | 202.542 | 214.507 | 207.726 |
Vlottende schuld | 14.208 | 20.273 | 15.485 | 27.110 | 10.563 | 12.920 |
Overlopende passiva | 9.100 | 8.635 | 8.635 | 8.635 | 8.635 | 8.635 |
Totaal vlottende passiva | 23.308 | 28.908 | 24.120 | 35.745 | 19.198 | 21.555 |
Totaal passiva | 230.849 | 236.194 | 237.573 | 238.287 | 233.705 | 229.281 |
Toelichting:
Voor de geprognosticeerde balans maken wij gebruik van de Terneuzense gezondheidsmeter. Dit is een excelbestand waarin wij alle onderdelen die te maken hebben met deze balans actualiseren. In deze gezondheidsmeter zitten ook het structureel begrotingsevenwicht, het EMU-saldo en een kasstroomoverzicht. Dit bestand willen we vanaf medio 2020 inzetten bij het maken van een stresstest.
In bovenstaande tabel hebben we genomen besluiten met betrekking tot reserves (toevoegingen en onttrekkingen) verwerkt.
EMU-saldo
De wet HOF regelt in essentie twee zaken die voortvloeien uit Europese verplichtingen. De eerste is dat het nationale systeem van begrotingsvoorbereiding en de toepassing van vaste uitgavenkaders wettelijk worden vastgelegd.
Ten tweede worden lagere overheden gebonden aan een maximaal begrotingstekort op kasbasis.
Met de wet Hof geldt per jaar een macroplafond voor het EMU-tekort van alle gemeenten samen. De hoogte van het macroplafond wordt jaarlijks op basis van bestuurlijk overleg vastgesteld.
Voor gemeenten bedraagt dit plafond nu vooralsnog 0,30% van het BBP (Bruto Binnenlandse Product). Het netto-financieringssaldo van alle gemeenten bij elkaar mag in een jaar niet boven dit plafond uitkomen.
De hoogte van de schulden van gemeenten wordt er niet mee begrensd. Elke gemeente kreeg een individuele EMU-referentiewaarde, maar er is geen onderverdeling naar gemeenten, provincies en waterschappen vastgesteld.
Daarom worden er ook geen referentiewaarden per gemeenten bekend gemaakt
EMU saldo | Realisatie | Begroting | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |||
1. | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves | + | 3.691 | -5.493 | -994 | -1.313 | 26 | 1.278 |
2. | Afschrijvingen ten laste van de exploitatie | + | 9.088 | 10.045 | 9.730 | 10.235 | 10.428 | 10.542 |
3. | Bruto dotatie aan voorzieningen ten laste van exploitatie | + | 2.057 | 3.616 | 1.102 | 1.239 | 211 | 211 |
4. | Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd | - | 8.489 | 16.000 | 19.500 | 14.000 | 9.228 | 9.500 |
5. | Ontvangen bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen in mindering gebracht op de onder post 4 bedoelde Investeringen | + | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: | ||||||||
6. | Opbengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) | + | 401 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7. | Aankoop van grond en uitgaven aan bouw-, woonrijpmalen e.d. | - | 700 | 4.034 | 306 | 625 | 21 | 21 |
8. | Grondverkopen: verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) | + | 711 | 4.265 | 2.382 | 2.661 | 2.391 | 2.391 |
9. | Betalingen ten laste van voorzieningen | - | 351 | 581 | 562 | 258 | 260 | 258 |
10. | Betalingen die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten. | - | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verkoop van aandelen: | ||||||||
11. | Gaat u deelnemingen en aandelen verkopen - ja/nee | nee | nee | nee | nee | nee | nee | |
Zo ja, wat is bij verkoop de te verwachten boekwinst, | - | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Berekend EMU - saldo | 6.408 | -8.181 | -8.148 | -2.061 | 3.547 | 4.643 |
Investeringen
In de bijlage bij deze begroting is het investeringsprogramma opgenomen voor de jaren 2020 tot en met 2023. De investeringen boven € 500.000 betreffen:
- Reconstructie wegen
- Ontwikkeling Veerhaven Terneuzen
- Uitvoering WRP (inclusief afvalwater transportsysteem)
- Investeringen onderwijshuisvesting
- Verbinding (winkel)gebieden Axelsedam
- Machines, materiaal en tractiemiddelen
- Huisvesting stadhuis en stadskantoor
Reconstructie wegen
Op basis van het wegenbeheersplan ramen wij jaarlijks € 1.621.000 voor onderhoud en reconstructie voor ons wegennet.
Ontwikkeling veerhaven
Vanaf 2017 t/m 2020 nemen wij jaarlijks een investering op van € 675.000 voor de ontwikkeling van de Veerhaven Terneuzen fase 1b en 2. In 2021 is een investering van € 200.000 voorzien. Conform het raadsbesluit over het projectvoorstel ICOON dat behandeld is in de raad van april 2017 wordt € 100.000 verschoven van deze jaarlijkse € 675.000 van 2020 naar 2018. Hiermee wordt de fasering aangepast naar € 775.000 in 2018, € 675.000 in 2019, € 575.000 in 2020 en € 200.000 in 2021.
Investeringen onderwijshuisvesting
Wij hebben besloten dat wij deze vier onderzoeken integreren in een op te stellen Integraal Huisvestingsplan (IHP). In dit IHP kunnen de huisvestingopgaven van zowel primair als voortgezet onderwijs breed inzichtelijk worden. Wij verwachten dat de raad dit IHP kan behandelen in de raad van juli 2020. Wij hebben momenteel PM-posten opgenomen voor onderwijshuisvesting.
Vooruitlopend op het IHP, hanteren wij voorlopig voor uitgaven aan onderwijshuisvesting een bandbreedte tussen de € 42 en € 60 miljoen. Om een globaal inzicht te geven in de te verwachten kapitaallasten zijn wij uitgegaan van het gemiddelde van de bandbreedte (€ 51 miljoen). De bedragen zijn niet opgenomen in deze begroting.
Uitvoering WRP (inclusief afvalwatertransportsysteem)
Op basis van het WRP ramen wij voor de jaren 2020, € 4.247.000, 2021 € 2.953.000, 2022 € 3.378.000, 2023 € 2.464.000 voor onderhoud en reconstructie voor onze rioleringen. Naast de investering ten behoeve van het WRP is vanaf 2020 een bedrag opgenomen van € 678.560 voor de bijdrage aan het afvalwatertransportsysteem van waterschap Scheldestromen. De totale bijdrage is € 4.071.360 en zal in zes gelijke termijnen van € 678.560 vanaf 2020 beschikbaar worden gesteld aan het waterschap.
Verbinding (winkel)gebieden Axelsedam
Nu de locatie Kennedylaan West is gerealiseerd, de ontwikkelingen op de Beurtvaartkade in een vergevorderd stadium verkeren en ook een aanvang is genomen met de bouw van de Kop van de Noordstraat, is het zaak om al deze gebieden met elkaar te verbinden. De Axelsedam is de schakel tussen de oude en de nieuwe stad. Wij willen de Axelsedam herinrichten en een ruimte creëren die de winkelgebieden op een natuurlijke wijze verbindt en daarnaast een representatief toegangsgebied van het centrum vormt. Wij nemen in 2021 voor deze investering een bedrag van € 2.600.000 op.
Machines, materiaal en tractiemiddelen
Op basis van het plan bedrijfsmiddelen 2020-2023 nemen wij investeringen op voor het onderdeel bedrijfsvoering van € 731.000 in 2020. Voor 2021 is dit € 255.000, voor 2022 € 1.267.000 en voor 2023 € 952.000.
Huisvesting stadhuis
Voor een grootschalige renovatie van het stadhuis nemen wij een bedrag van € 3 miljoen in 2020 op. Dit bedrag was al opgenomen in de begroting 2019 in de jaarschijf 2020.
In het investeringsoverzicht is onderscheid gemaakt tussen nieuwe investeringen en vervangingsinvesteringen. De geplande investeringen voor het begrotingsjaar 2020-2023 zijn bij de diverse programma’s vermeld. Met het vaststellen van de begroting 2020 besluit de gemeenteraad impliciet tot het beschikbaar stellen van de investeringskredieten die betrekking hebben op de jaarschijf 2020 van het investeringsprogramma. Op grond van de financiële verordening leggen wij de volgende investeringen afzonderlijk ter besluitvorming aan de gemeenteraad voor:
- Herstructurering bedrijventerreinen;
- Landschapsuitvoeringsplan.
Financiële tabellen
De financiële tabellen worden opgebouwd door een automatische koppeling met het financiële programma. Hierdoor kunnen in de financiële tabellen in de jaarstukken afrondingsverschillen van € 1.000 staan.