A. Lokale heffingen

Beleid

Coalitieakkoord

Het uitgangspunt voor het heffingenbeleid staat vermeld in het coalitieakkoord 2018-2022 "Sterk, betrokken & vitaal”. Dit is verder uitgewerkt in de Perspectievennota 2020-2023. Hierin is vastgelegd dat de tarieven jaarlijks maximaal verhoogd worden met de afgeleide CPI van januari van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar. Voor het begrotingsjaar 2020 maken wij gebruik van de afgeleide CPI van januari 2019, namelijk een stijging van 1,0%.
Bij de tariefbepaling van de onroerende-zaakbelastingen, rioolheffing en forensenbelasting houden wij naast de verhoging van 1,0%, rekening met de effecten van de gemeentelijke waardeontwikkeling van de onroerende zaken.

Belastingverordeningen
De belastingverordeningen zorgen ervoor dat wij belastingen en retributies van burgers, bedrijven en instellingen kunnen heffen. Samen met de begroting 2020 worden de geactualiseerde belastingverordeningen 2020 aan de raad ter vaststelling voorgelegd.

De lokale heffingen vormen naast de algemene uitkering uit het gemeentefonds een belangrijke inkomstenbron van de gemeente. Alle inkomsten samen zorgen ervoor dat de gemeente haar overheidstaken kan uitvoeren. Met de ontvangen gelden kan de gemeente ook plaatselijke voorzieningen treffen voor burgers, bedrijven en instellingen. Door het heffingenbeleid maken wij een politiek-bestuurlijke afweging tussen het gewenste voorzieningenniveau en de prijs die de burgers, bedrijven en instellingen daarvoor betalen in de vorm van lokale belastingdruk.